De feesttijden van de Heer
Deel 1 van 3 van deze bijbelstudie

 

God heeft, nadat Hij de Israëlieten uit Egypte heeft gevoerd, feesttijden ingesteld. Het zijn de feesttijden des Heren. Ze zijn weliswaar aan de Israëlieten gegeven, maar het zijn en blijven de Feesttijden des Heren.

Als we ons verdiepen in deze feesttijden blijken ze niet alleen interessant te zijn om daarmee extra informatie te verkrijgen hoe Israël met Gods instellingen moest omgaan, maar ze blijken ook een profetisch karakter te hebben. Als we deze feesttijden bestuderen zien we dat Gods plan met de wereld, met de mensen, uiteengezet wordt in deze feesten. Daarom is dit een zeer interessante bijbelstudie. Het gaat niet alleen om 'history', het gaat om 'His Story'.

Het is goed om eerst het hele hoofdstuk dat over de feesten gaat te lezen.
Het staat in: Leviticus 23


De wekelijkse Sabbat

Als de Heer de feesttijden, door Mozes, aan de Israëlieten bekend maakt, begint Hij met een feest dat blijkbaar zo belangrijk is, dat dit elke week gevierd moet worden.


Leviticus 23:2

"De feesttijden des Heren, die gij zult uitroepen als heilige samenkomsten, zijn mijn feesttijden. Zes dagen mag arbeid verricht worden, maar op de zevende dag zal er een volkomen sabbat zijn: een heilige samenkomst; generlei arbeid zult gij verrichten, het is een sabbat voor de Here in al uw woonplaatsen."

De sabbat is een wekelijks feest wat ingesteld is door de Heer. Het is Zijn dag (Exodus 20:8-11)

Het is een dag die speciaal bestemd is om aan de Heer te denken. Met name moet op die dag aan de grootheid van de Heer gedacht worden. "Want in zes dagen heeft de Here de
hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte op die zevende dag; daarom zegende de Here de sabbatdag en heiligde die."
De sabbatdag is dus een dag die terugziet op het geweldig grote scheppingswerk. Op die dag kunnen de mensen zich verlustigen in de grootheid van hun God, die alles wat ze zien gemaakt heeft.
Het zichtbare van de schepping is niet het belangrijkste. Het gaat om de Schepper.
Het gaat erom, dat Hij de chaotische verwarring, door de kracht van zijn woord, veranderd heeft in een wereld waarvan Hij kon zeggen, dat het goed was.

Maar de sabbatdag is niet alleen een dag die terugziet op de geweldige scheppingskracht van de Heer, maar het is bovenal een dag die ziet op de toekomst.
Alle feesten van God zijn feesten die door God zijn ingesteld om Zijn grote plan te openbaren. Het zijn dus heenwijzende feesten.
Zo is het ook met de sabbat.
De wekelijkse sabbat wijst op de eeuwige rust, die zal volgen op de schepping van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.
God zal alle dingen nieuw maken.


Openbaring 21:1-5

"En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan, en de zee was niet meer.
En ik zag de heilige stad, een nieuw Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God, getooid als een bruid, die voor haar man versierd is.
En ik hoorde een luide stem van de troon zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen En Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal bij hen zijn, en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.
En Hij die op de troon gezeten is, zeide: Zie, Ik maak alle dingen nieuw."

De Heer legt door de instelling van het sabbatsgebod een verband tussen de schepping zoals die duizenden jaren geleden door God werd geschapen en de schepping die genoemd wordt in Opb.21.

Dit feest is ook heden nog van toepassing voor allen die weten dat zij deel hebben en zullen krijgen aan Gods plannen.

Over de Sabbat, en speciaal over de verhouding Sabbat/Zondag is een aparte bijbelstudie beschikbaar. -->

De zeven feesten die we hierna zullen behandelen, vertellen over Gods plannen met zijn volk: Israël.
Maar ze geven ook inzicht in Gods handelen met de gelovigen, die samen de gemeente van Jezus vormen.

De sabbat is een wekelijkse feestdag, die herinnert aan: hoe het was; maar ook wijst op: hoe het zal zijn.
Hoe het was bij de schepping en hoe het zal zijn bij de herschepping: Het ervaren van Gods rust.


Hebreeën 4:9-10

"Er blijft dus een sabbatsrust voor het volk van God. 10.Want wie tot zijn rust is ingegaan, is ook zelf tot rust gekomen van zijn werken, evenals God van de zijne."

De sabbat is een overkoepelend feest.
De zeven andere feesten geven alle stappen weer die er toe leiden dat Gods uitverkorenen zullen ingaan in zijn rust.

We zullen die feesten nu gaan behandelen.


HET PASCHA
Het eerste jaarlijkse feest


Leviticus 23:5

"In de eerste maand, op de veertiende van de maand, in de avondschemering, is het Pascha voor de Here."

De feitelijke instelling van dit feest gebeurde al eerder dan de hier genoemde instelling.

Exodus 12:1-28 (Lees dit a.u.b. zelf in je bijbel)


vers 2

"Deze maand zal u het begin der maanden zijn; zij zal u de eerste der maanden van het jaar zijn".

Hier wordt niet gezegd om welke maand het gaat, maar uit andere bijbelgedeelten weten we dat het gaat om de maand Abib.(vgl. Exodus 13:4; 23:15; 34:18).
Deze maand Abib valt bij ons ongeveer op maart-april.
In de tijd na de ballingschap kreeg die maand de naam Nisan.
Deze maand is vanaf de uittocht uit Egypte door God ingesteld als de eerste maand van het jaar. God stelde daarmee het jaarlijks te vieren Pascha op de eerste plaats van de te vieren feesten.
Dat heeft natuurlijk betekenis.

Het Pascha is het feest dat terugziet op het voorbijgaan van de verderfengel.
Het Hebreeuwse woord 'PESACH' betekent 'voorbijgaan'.
Ieder die een schaap of een geit had geslacht en het bloed van dat dier aan de beide deurposten en aan de bovendorpel streek, zal door dat teken gespaard worden voor de verdervende plaag die de Here over het land Egypte deed komen.

Het dier werd dus gedood i.p.v de eerstgeborene in dat huis. En het bloed was het teken, dat er een dier plaatsvervangend gedood was.
Een teken is een heenwijzing. Het ging er bij dit teken niet om, dat het bloed op de deurposten op zich voldoende was om de verderfengel voorbij te laten gaan. Het ging niet om de uiterlijke vorm van het ritueel, maar het ging om het heenwijzende
karakter van dat bloed.

Dat bloed op die deurposten wees op het geofferde dier, dat in de plaats van de eerstgeborene werd gedood.
Maar het tekenkarakter van dat bloed wijst ook heen naar het offer dat gebracht werd aan het kruis van Golgotha.
Daar werd ons Paaslam geslacht in onze plaats.


Johannes 1:29

"Zie het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt."


1 Korinthiers 5:7b

"Want ook ons paaslam is geslacht: Christus".

Nu we dit hebben vastgesteld, zijn we er nog niet. Er is nog veel meer te zeggen over de Pesach. B.v. de datum waarop het gevierd moet worden.


Exodus 12:5-6

"Een gaaf, mannelijk, éénjarig stuk kleinvee moet gij nemen; gij kunt dit nemen van de schapen of van de geiten. En gij zult het bewaren tot de veertiende dag van deze maand; dan zal de gehele vergadering der gemeente van Israël het slachten in de avondschemering."

Dit is wat we ook al gelezen hebben:

Leviticus 23:5

"In de eerste maand, op de veertiende van de maand, in de avondschemering, is het Pascha voor de Here."

Op de veertiende van de maand Nisan is het dus altijd Pesach. De Joden vieren dit nu al zo'n 3400 jaar lang op díe dag.
Waarom zou God juist die dag hebben ingesteld als de dag waarop het lam geslacht moest worden?
Het antwoord ligt al in de vraag verborgen.
God stelde die dag vast, voor altijd, omdat op die dag
"Hét Lam" geslacht zou worden.
Maar het was niet alleen de dag die vast gesteld werd, het was ook de tijd die God vastlegde.
"...in de avondschemering..."

Dit lijkt op het eerste gezicht niet zo belangrijk, maar we zullen zien, dat God ook hiermee een bedoeling had.
Om hier meer inzicht in te krijgen moeten we eerst gaan zien hoe de dagen lopen bij de Joden, van oudsher tot nu toe, en wanneer het de tijd van de 'avondschemering' is.
God heeft vanaf de schepping de dagen ingesteld vanaf de avond tot de volgende avond.
"Toen was het avond geweest en het was morgen geweest, de eerste dag"
"Toen was het avond geweest en het was morgen geweest, de tweede dag"
Enzovoort.
"...van avond tot avond, zult gij uw sabbat vieren." (Lev.23:32b)

Tot vandaag toe begint voor de Joden de nieuwe dag in de avond.
De veertiende Nisan begon dus 's avonds na de dertiende, en duurde voort tot de avond van de vijftiende. Voor we hier verder op in gaan nog iets over het woord: 'avondschemering'. Letterlijk staat er in het Hebreeuws: 'tussen de avonden'.
De Joden duiden de verschillende delen van de dag niet alleen aan met: het zoveelste uur, maar ook met: de eerste avond en de tweede avond. De eerste avond valt op het Joodse 'negende uur', wat in onze tijdrekening 15.00 uur is. De tweede avond valt in onze tijdrekening op 18.00 uur.
Het avondoffer werd gebracht op het 'negende uur', dus op de eerste avond.

Waarom is dit nu belangrijk?
Wel, de Pesach had een heenwijzende functie, het was een voorafschaduwing van het grote Offer. Het was een voorafschaduwing van het sterven van het Lam, dat in onze plaats geslacht werd. Doordat Zijn bloed, waarvan wij belijden dat het voor ons vergoten is, door God gezien wordt aan de deurposten van ons hart, zal de verderfengel voorbijgaan en zullen wij niet de eeuwige dood sterven, maar voor eeuwig leven.
In het teken van het Pascha zien we Gods grootheid en zijn enorme liefde voor ons.
Maar ook in de nauwkeurigheid van de uitvoering van het heenwijzende Pascha en het werkelijke Pascha kunnen we iets over God leren.
God gaf uiterst nauwkeurige aanwijzingen hoe het Pascha gehouden moest worden.
En precies zo nauwkeurig voert Hij zijn plannen uit, als het gaat om het grote Pascha, het Pascha waarbij HET LAM geslacht werd.


Lucas 22:1-2

"Het feest nu der ongezuurde broden, dat Pascha genoemd wordt, naderde. En de overpriesters en de schriftgeleerden zochten, hoe zij Hem uit de weg konden ruimen..."


Lucas 22:7

"De dag der ongezuurde broden kwam, waarop het Pascha moest worden geslacht.
En Hij zond Petrus en Johannes uit, zeggende: Gaat heen, maakt het Pascha voor ons gereed, opdat wij het kunnen eten."

Het Pascha, wat nog steeds op de veertiende Nisan werd gevierd, kwam er aan en de overpriesters en de schriftgeleerden zochten, hoe zij Jezus (Het Lam) konden doden.
In feite is dit wat God 1400 jaar daarvoor had gezegd in een heenwijzend teken: "een gaaf, mannelijk, éénjarig stuk kleinvee moet gij nemen...."
De overpriesters en de schriftgeleerden waren bezig dit 'Lam' te nemen om het te slachten. En zij deden dat toen het feest der ongezuurde broden, dat Pascha genoemd wordt, naderde. (We komen op dat feest der ongezuurde broden nog terug).

Ook Jezus richt zich naar Gods gebod en wil het Pascha vieren. Hij zendt daartoe twee van zijn discipelen uit om het (symbolische) Pascha klaar te maken.


Lucas 22:14-15

"En toen het uur aangebroken was, ging Hij aanliggen en de apostelen met Hem. En Hij zeide tot hen: Ik heb vurig begeerd dit Pascha met u te eten, eer ik lijd."

Welk uur was dat?
Het was het uur dat de nieuwe dag begon, de veertiende Nisan, de dag van het Pascha.
Die dag begon dus 's avonds, na zonsondergang en duurde voort tot de volgende avond.
Jezus werd dus overgeleverd en gedood precies op de dag van het Pascha. Deze dag werd door God 1400 jaar eerder nauwkeurig vastgelegd, als de dag dat het lam geslacht moest en zou worden.

Bij de instelling van het Pascha, zo hebben we gelezen in Exodus 12, werd bepaald, dat het stuk kleinvee geslacht moest worden op de veertiende Nisan tussen de twee avonden. Het lam moest dus geslacht worden tussen (onze tijd) 15.00 en 18.00 uur.
Dit valt dus in de middag volgend op de avond waarop de veertiende begint.

Jezus vierde direct bij de aanvang van de veertiende het Pascha met zijn discipelen.
In de nacht werd Hij overgeleverd. In de morgen kwam Hij voor Pilatus.
Hij werd gekruisigd, maar Hij stierf niet direct.
Eerst werd het nog drie uur lang donker.


Lucas 23:44-45

"En het was reeds ongeveer het zesde uur (onze tijd: 12.00 uur) en er kwam duisternis over het gehele land tot het negende uur, (onze tijd: 15.00 uur) want de zon werd verduisterd."
Vers 46. "En Jezus riep met luider stem: Vader in Uw handen beveel Ik mijn geest. En toen Hij dat gezegd had, gaf Hij de geest."

Het LAM dat in onze plaats stierf, zodat zijn bloed voor God het teken was dat de verderfengel bij ons voorbij moet gaan, dat Lam, Jezus, stierf precies binnen de tijd waarop God veertienhonderd jaar eerder ingesteld had dat het Paaslam zou moeten worden geslacht.

God heeft Zich ontzettend nauwkeurig gehouden aan zowel de dag als het uur waarop het Pascha geslacht moest worden. Zal Hij Zich dan ook niet net zo nauwkeurig houden aan de rest van het heenwijzende Pascha? Hij zal zich letterlijk houden aan zijn belofte, dat de verderfengel voorbij zal gaan, daar waar het bloed gezien wordt.
Dit is een geweldige zekerheid.


De Sederavond

Het zal u misschien wel opgevallen zijn, dat er ergens iets niet lijkt te kloppen. Exodus spreekt van het vieren van het Pascha ná het slachten van het lam.
En in Lucas o.a. lezen we, dat Jezus het Pascha viert, vóórdat het Lam geslacht werd.
Misschien zegt u, logisch, want na zijn dood kon Hij toch moeilijk het Pascha vieren.
Dat is natuurlijk zo, maar we lezen nergens dat zich iemand verbaasde over het feit, dat Jezus de avond voor het feitelijke Pascha, Pascha vierde met zijn discipelen.

De viering van het Pascha, zoals het in Jezus' tijd gevierd werd, was niet meer precies zo als God het van oudsher had ingesteld. Er was iets aan toegevoegd.
Er was een viering aan toegevoegd, die niet in Exodus en Leviticus geboden was.
De toegevoegde viering is de viering van de Sederavond, zoals de Joden die noemen.
De viering van dit familiefeest, deze Sederavond, ontstond na de terugkeer uit de Babylonische ballingschap. Aanvankelijk was het een feest dat naast het oorspronkelijke feest werd gevierd met de slachting van de lammeren.

Na de verwoesting van de tempel werd alleen nog maar het Sederfeest gevierd tot op de dag van vandaag.
Het was ook dit feest, deze Sederavond, die de Heer vierde op de avond voor zijn sterven.
Zowel uit de geschiedenis, als uit de bijbel weten we, dat dit feest 2000 jaar geleden net zo gevierd werd als vandaag.
In de maand Nisan, als de veertiende dag begint, dat is op de avond van de dag die de dertiende Nisan is, komt men, meestal in gezinsverband, bijelkaar om de Sederavond te vieren. Op die avond neemt het gezinshoofd drie matzes (ongezuurde broden) en legt die op elkaar.

Op een gegeven moment neemt hij de middelste matse en trekt die tussen de andere twee uit. Deze middelste matse wordt dan gebroken,waarna één helft in een linnen doek wordt gewikkeld en ergens in het huis wordt verborgen.
De vader zegt dan tegen de kinderen, dat zij dat stuk moeten gaan zoeken.
De kinderen vinden dan dat stuk brood dat in linnen doeken gewikkeld is en brengen het naar hun vader. Vader belooft hun dan een cadeau. En hij zegt erbij, dat ze dat cadeau uiterlijk op de vijftigste dag (van het feest der weken) zullen krijgen, dat is op het ons bekende Pinksterfeest.
Ook worden er bekers wijn gedronken en bittere kruiden gegeten en er worden lofliederen gezongen.
De rest van de avond, bij sommige gezinnen zelfs tot in de morgen, worden er verhalen verteld over de uittocht uit Egypte en over Gods bovennatuurlijk handelen met het volk Israël.

De instelling en wijze van deze Sederviering vinden we niet in de bijbel. Het is geen instelling van God in de bijbel vastgelegd, maar uit de enorme symboliek die in deze viering spreekt, blijkt dat het waarschijnlijk een viering is, die God wel gewild heeft. Ook Jezus ziet er geen probleem in dit feest zo te vieren.
Het is zelfs zo, dat Hij aan zijn discipelen verklaart wat de eigenlijke betekenis is van dat verbroken brood en van de beker met wijn die rondging.

Jezus nam het middelste brood, want dat was de gewoonte, zo werd het al eeuwen gedaan, en Hij brak het. Maar dan ziet het er naar uit dat Hij afwijkt van het gebruikelijke ritueel, want Hij geeft dit verbroken brood aan zijn discipelen en zegt dan: "Dit is Mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt."
Jezus zegt dus, dat die middelste matse, die tussen die andere twee wordt uitgehaald en verbroken wordt, dat dat een symbool is dat wijst op Hem.
Die drie matzes liggen op elkaar, de middelste beeldt Jezus uit.
Het is niet zo moeilijk om in die andere twee matzes de Vader en de Heilige Geest te zien. Jezus werd verbroken en in linnen doeken gewikkeld. Een ieder die Hem zoekt, zal Hem vinden.

De discipelen kenden het Sederfeest en begrepen later, toen Jezus was opgestaan de betekenis van wat Jezus bij de instelling van het avondmaal had gezegd.

Toen Jezus later, in de tijd dat Hij veertig dagen lang aan hun verscheen, tegen hen zei, dat zij Jeruzalem niet moesten verlaten, maar blijven wachten op de belofte van de Vader, wisten zij dat deze belofte uiterlijk op "de vijftigste dag" ingelost zou worden. Daarom waren zij ook op de Pinksterdag allen tezamen bijeen.


Handelingen 1:4-5

"En terwijl Hij met hen aanzat, gebood Hij hun Jeruzalem niet te verlaten, maar te blijven wachten op de belofte van de Vader, die gij zeide Hij van Mij gehoord hebt.
Want Johannes doopte met water, maar gij zult gedoopt worden met de Heilige Geest."


Handelingen 2:1 en 4

"En toen de Pinksterdag aanbrak, waren allen tezamen bij een..... en zij werden allen vervuld met de Heilige Geest."

De discipelen moeten begrepen hebben, dat op die dag de gave, of het cadeau zou komen, wat de Vader beloofd had.
Doordat zij de gebruiken kenden die met het vieren van de Sederavond te maken hebben, begrepen zij, dat nadat de middelste matse verbroken was en in doeken gewikkeld was, het verborgen zou worden. Jezus heeft hun ongetwijfelt laten zien dat hiermee aangeduid werd dat Hij het was die verbroken werd en in linnen doeken gewikkeld in het graf gelegd werd.
Toen zei later naar het graf gingen vonden zij Hem niet, maar Jezus liet zich vinden en verscheen aan velen. Het logische gevolg van dit alles is, dat de Vader een cadeau belooft te geven, een gift die uiterlijk op "de vijftigste dag" gegeven zou worden.
Jezus zegt de discipelen al vooruit wat die gave zou zijn. Het is de gave van de Heilige Geest.

Die vijftigste dag was de dag van het Pinksterfeest. (Pinksteren komt van het Griekse woord Pentacoste, dat vijftigste betekent). Ze wisten dat de beloofde gave van de Vader uiterlijk op die dag gegeven zou worden, daarom waren zij daar allen tezamen bijeen.
Wat een geweldige symboliek.
Wat een geweldige God, die alles in Zijn hand heeft. Alles gebeurt zoals Hij het beschikt heeft. Eeuwen gaan voorbij, maar wat God van plan is gebeurt. Veertienhonderd jaar voordat Christus hier op aarde kwam om het ware Offerlam te zijn, had God het allemaal al uitgedacht en in feesttijden vastgelegd wat Zijn plan is met de mensen.
En dan is het ineens zover. Jezus kwam en werd in onze plaats geslacht.
Maar daar blijft het niet bij. De Pesach is een inleiding voor het zeven dagen durende feest der ongezuurde broden. Maar ook van het wekenfeest, wat met de eerstelinggarve te maken heeft.

Pesach staat niet op zichzelf. Het hoort bij de volgende feesten. Het is strikt genomen zo, dat de volgende feesten geen zin hebben zonder de Pesach.

We zullen hierna de volgende feesten gaan behandelen en ook het verband zien tussen die feesten.


HET FEEST DER ONGEZUURDE BRODEN
Het tweede jaarlijkse feest


Leviticus 23:6-8

"En op de vijftiende dag van deze maand (Nisan - de dag na Pesach) is het feest der ongezuurde broden voor de Here, zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten.
Op de eerste dag zult gij een heilige samenkomst hebben; dan zult gij generlei slaafse arbeid verrichten. Gij zult de Here een vuuroffer brengen gedurende zeven dagen; op de zevende dag zal er een heilige samenkomst zijn; generlei slaafse arbeid zult gij verrichten."

Dit feest volgt direct op de Pesach.
De veertiende Nisan is het Pesach. De vijftiende Nisan is de eerste dag van het feest der ongezuurde broden. Het gebeurde ook wel dat de hele periode van 8 dagen "Pascha"
genoemd werd. Zoals we kunnen lezen in Lucas.


Lucas 22:1

"Het feest nu der ongezuurde broden, dat Pascha genoemd wordt, naderde."

Maar ook gebeurde het tegenovergestelde. Men rekende de dag dat het Pascha geslacht werd, tot de eerste dag van het feest der ongezuurde broden.


Marcus 14:12

"En op de eerste dag van het feest der ongezuurde broden, waarop men gewoon was het Pascha te slachten...."

Eeuwenlang had men deze feesten al gevierd. Altijd beginnende op de 14e Nisan t/m de 21e. Altijd hoorden die dagen bijelkaar. Ook hoort de betekenis van die feesten bijelkaar.
Logisch is het dan ook, dat in het gewone spraakgebruik, de namen van die feesten gemixed werden.
Maar zo was het niet exact door God ingesteld.
Heel nadrukkelijk heeft God de veertiende Nisan aangewezen voor de Pesach, en de vijftiende Nisan het begin van het feest der ongezuurde broden.

De feesten die God instelt en die de mensen moeten houden, zijn geen feesten voor de mensen, maar feesten voor de Here.


Leviticus 23:4

"Dit zijn de feesttijden des Heren, heilige samenkomsten, die gij uitroepen zult op de daarvoor bepaalde tijd."
vers 3b "....het is een sabbat voor de Here..."
vers 5b "....het Pascha voor de Here."
vers 6 "....het feest der ongezuurde broden voor de Here"

De feesttijden des Heren zijn dus voor de Here.
Is God een andere God geworden nadat Jezus op aarde kwam?
Kunnen wij -christenen- zomaar zeggen dat wij die feesten niet willen vieren voor de Here? Of zijn ze alleen voor de Israëlieten?
Daar zou wat voor te zeggen zijn, maar, aan de andere kant is het zo, dat wij -christenen- wel bepaalde feestdagen hebben overgenomen.
We houden toch de zondag?
En we vieren toch Pasen?
Op welke tijden vieren we die dan?
Vieren wij die op "de daarvoor bestemde tijd" ?
Vieren wij die op de tijd waarvan God gezegd heeft dat ze gevierd moeten worden?
De sabbat op de zevende dag! De Pasen op de 14e Nisan!
Het feest der ongezuurde broden kennen we niet eens!
Laten we ons afvragen of het wel goed is, dat wij -christenen- zó omgaan met de bijbel, met Gods wil voor ons.

Als we ons dit allemaal afvragen, moeten we, willen we een eerlijk antwoord kunnen geven aan onszelf en aan God, meer weten over de feesten zoals Hij die instelde.
Daarom zullen we nu verder gaan met het nader bestuderen van het feest der ongezuurde broden.

Dit feest moet altijd gehouden worden op de vijftiende Nisan.
De eerste dag van dit feest, is een grote feestdag, een sabbat.
Dit betekent niet, dat het dan zaterdag is, maar dat het een rustdag, een apartgezette dag voor de Here is.

Het is dus zo dat deze speciale sabbatdag op elke dag van de week kan vallen. Dit is een heel interessant punt. In de christelijke theologie wordt er altijd van uit gegaan, dat Jezus op vrijdag stierf omdat het de volgende dag sabbat was, maar als we nu zien dat de dag na Pesach (pasen) altijd een sabbatsdag is, dan zal het duidelijk zijn, dat het sterven van Jezus, uitgaande van dit punt, op elke dag van de week had kunnen gebeuren.

Net zoals bij het Pascha, vinden we de instelling van het feest der ongezuurde broden in Exodus 12.


Exodus 12:15-20

"Zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten; dadelijk op de eerste dag zult gij het zuurdeeg uit uw huizen verwijderen, want ieder die iets gezuurds eet, van de eerste tot de zevende dag, zo iemand zal uit Israël worden uitgeroeid.
Zowel op de eerste als op de zevende dag zult gij een heilige samenkomst hebben; generlei arbeid zal daarop verricht worden; slechts wat door ieder gegeten wordt, alleen dat mag door u bereid worden.
Onderhoudt dan het feest der ongezuurde broden, want op deze zelfde dag leid Ik uw legerscharen uit het land Egypte.
Daarom moet gij deze dag onderhouden in uw geslachten als een altoosdurende inzetting.
In de eerste maand, op de veertiende dag der maand, des avonds, zult gij ongezuurde broden eten, tot aan de eenentwintigste dag der maand, des avonds.
Zeven dagen zal er geen zuurdeeg in uw huizen gevonden worden, want ieder, die iets gezuurds eet, zo iemand zal uit de vergadering van Israël worden uitgeroeid, hetzij hij een vreemdeling, hetzij hij in het land geboren is.
Niets wat gezuurd is, zult gij eten; gij zult in al uw woonplaatsen ongezuurde broden eten."

Het feest heet: feest der ongezuurde broden. Maar zoals we in de net gelezen teksten kunnen zien, gaat het niet alleen om het ongezuurde brood, maar het gaat nog meer om het zuurdesem.
Zeven dagen lang mocht er geen zuurdeeg in hun huizen gevonden worden.
En dat gebod was van grote kracht, want als er toch bij iemand zuurdeeg in zijn of haar huis gevonden werd, dan moest die persoon uit de vergadering van Israël worden uitgeroeid.
"Niets wat gezuurd is zult gij eten!"

Dit zijn nogal 'zware' geboden. Waarom was dit nu zo belangrijk?
Als we hierover gaan nadenken, moeten we ons eerst goed realiseren, dat Gods feesttijden zijn ingesteld door de Heer met een doel, en voor eeuwig.
En omdat ze voor eeuwig zijn ingesteld, is het duidelijk, dat het doel van de feesten veel verder gaat dan de directe verbinding met de uittocht uit Egypte.
Met andere woorden: Het feest der ongezuurde broden werd niet in de eerste plaats ingesteld omdat Israël uit Egypte werd geleid door de Here, maar dit feest werd ingesteld om generatie na generatie duidelijk te maken wat Gods heilsplan is.
Daar gaat het bij de feesten om. God wil door de feesten heen zijn heilsplan aan de mensen bekend maken.

We zagen reeds, dat Pesach alles te maken heeft met "Het Lam".
Het woord Pesach betekent: voorbijgaan.
Nadat het lam geslacht was, moesten de Israëlieten geloven, dat het bloed van het lam kracht had.
Het bloed moest aan de deurposten gesmeerd worden anders zou de eerstgeborene sterven. Als de engel, die van God de opdracht had gekregen het oordeel te voltrekken, dat bloed zag, ging hij voorbij aan dat huis.
Het geslachte lam was dus gestorven in de plaats van hen die in dat huis waren. Een duidelijker beeld van wat het offer van ons Paaslam betekent kan je bijna niet krijgen.
Jezus stierf voor ons. Het gevolg is, dat het oordeel aan ons voorbijgaat, als wij de kracht van het bloed erkennen en aan de 'deurposten van ons hart smeren'. Jezus, ons Paaslam, stierf in onze plaats, net zoals het Pesachlam in de plaats van de Israëlieten werd geslacht.

Direct volgend op het Pascha is het feest der ongezuurde broden. Het paaslam werd geslacht tussen 15.00 en 18.00 uur op de veertiende Nisan.
Na 18.00 uur werd het donker, de zon ging onder en de volgende dag begon, de vijftiende Nisan. Dat is de dag waarop het feest der ongezuurde broden begint.
Dus nog dezelfde avond, direct na het slachten van het lam, moest alles wat zuurdesem is uit hun huizen verwijderd zijn.

Zoals we al zagen is dit een gebod wat zo'n grote kracht had, dat er de doodstraf op stond als dit niet werd nagekomen.
Zou God zo'n hekel hebben aan zuurdesem?
Of beeld het zuurdesem iets uit waarvan God wil, dat wij daar niet mee omgaan?

Paulus legt uit wat dat zuurdesem betekent:

1 Korinthiers 5:6-8

"Weet gij niet, dat een weinig zuurdeeg het gehele deeg zuur maakt? Doet het oude zuurdeeg weg, opdat gij een vers deeg moogt zijn; gij zijt immers ongezuurd. Want ook ons paaslam is geslacht: Christus.
Laten wij derhalve feest vieren, niet met oud zuurdeeg, noch met zuurdeeg van slechtheid en boosheid, maar met het ongezuurde brood van reinheid en waarheid."

Zuurdesem is een beeld van zonde en slechtheid.
Het zuurdesem moest, direct na het Pascha, uit de huizen van de Israëlieten worden verwijderd.
Als we dit beeld geestelijk doortrekken, betekent het, dat direct na het aanvaarden van het offer van Jezus, alles wat zonde is en alles wat met het oude leven (zonder God) te maken heeft, moet worden weggedaan.
Niet voor even, maar voor altijd. Het getal zeven geeft een volheid van tijd weer. Het feest duurde zeven dagen.

Wij moeten kiezen of we ons achter het bloed van Jezus stellen. Wij moeten als gevolg daarvan, alles wat zonde en slechtheid is achter ons laten. Zelf moeten we dit weg doen. Heel bewust. Dan zal God ons uit "Egypte" leiden.


Exodus 12:17

"Onderhoudt dan het feest der ongezuurde broden, want op deze zelfde dag leid Ik uw legerscharen uit het land Egypte."

We kunnen het niet alleen bij het Pascha laten.
We kunnen niet alleen maar het offer van het Lam aanvaarden en het er verder bij laten zitten. We moeten ons uit 'Egypte' uit de 'wereld' laten leiden.
Door het bloed van het Lam en het aanvaarden van dat bloed als zijnde voor ons vergoten (dit is geloof), worden wij gerechtvaardigd. Maar rechtvaardiging alleen is niet voldoende.
Heiligmaking moet daar op volgen.


Hebreeën 12:14

"Jaagt naar de vrede met allen en naar de heiliging, zonder welke niemand de Here zal zien."

Zonder heiliging, zullen wij de Here niet zien.
Als het zuurdesem niet uit ons leven wordt weggedaan en wij ons zo heiligen voor God, zullen wij de Here niet zien.
In Israël stond er de letterlijke doodstraf op, als er nog zuurdesem gevonden werd in een huis.
Bij de "christen" mag ook geen zuurdesem, dat is zonde en slechtheid, gevonden worden. Ook daar staat de doodstraf op, niet de letterlijke dood van het sterven zoals we dat nu kennen, maar de eeuwige dood.

Dit wegdoen van zonde is een proces.
Bij onze bekering en aanvaarding van het offer van Jezus, nemen we bewust de beslissing ons af te keren van alles wat met zonde te maken heeft.
Elke daad of gedachte, waarvan we weten dat het zonde is, doen we weg uit ons leven. We vragen de Heer ons elk plekje te wijzen waar 'zuurdesem' ligt.
En in de loop van de tijd zal Hij elk plekje in ons hart, in ons leven, aanwijzen waar nog zuurdesem gevonden wordt.
Telkens als de Heer ons zoiets aanwijst moeten wij dat 'zuurdesem' weg doen uit ons leven. Zo gaan we steeds meer lijken op Hem, die ons zo lief heeft, dat Hij zichzelf voor ons heeft overgegeven tot in de dood.

Toen de Israëlieten het land Egypte uittrokken, gingen zij een tijd tegemoet van totale afhankelijkheid van de Heer.
Ze hadden het zich waarschijnlijk niet zo gerealiseerd, maar in de woestijn is niets om van te kunnen leven.
Alles wat ze nodig hadden, moest van de Heer komen.
En Hij heeft het hen ook aan niets laten ontbreken.
Al die mensen, meer dan een miljoen, en al die dieren, werden door God voorzien van voedsel en water.
Zelfs hun kleding versleet niet.

God wil ook voor ons zorgen.


Mattheüs 6:31-33

"Maakt u dan niet bezorgd, zeggende: wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden? Want naar al deze dingen gaat het zoeken der heidenen uit. Want uw hemelse Vader weet, dat gij dit alles behoeft. Maar zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden."

God is niet veranderd. Wat Hij voor het volk van Israël deed, doet Hij ook voor ons. Hij wil voor ons zorgen. Hij wil, dat wij ons volledig afhankelijk van Hem opstellen.

Maar dat is niet het enige gevolg van de uittocht uit 'Egypte'.
Een, op het eerste gezicht minder positieve kant van de uittocht uit 'Egypte', is: dat de Farao, met zijn legermacht het volk Israël achterna joeg, om het weer terug te brengen naar Egypte.


Exodus 14:5-7

"Toen aan de koning van Egypte bericht werd, dat het volk gevlucht was, veranderde de gezindheid van Farao en van zijn dienaren ten aanzien van het volk, en zij zeiden: Wat hebben wij gedaan, dat wij Israël uit onze dienst hebben ontslagen? Daarop spande hij zijn wagen aan en nam zijn volk met zich. Hij nam zeshonderd uitgelezen wagens, ja al de wagens van Egypte, allen volledig bemand."

Waarom gebeurde dit?
De Heer had Israël zo wonderbaarlijk uit de macht van de vijand bevrijd. Ze waren uit Egypte getrokken en hadden het zuurdesum uit hun huizen weggedaan, alles was gedaan, zoals de Heer het hun had bevolen. Waarom kwam het volk dan toch nog in de problemen?
Ditzelfde gebeurt ook als iemand zich bekeert, de wereld de rug toekeert en achter de Heer aangaat, nadat alles wat zonde is, is weggedaan. Ook dan gebeurt het dat de vijand, de duivel en zijn volgelingen, de achtervolging inzet om je weer terug te krijgen in zijn rijk.
Hoe kan dat? Het is toch God geweest die je uit de macht van die vijand heeft verlost? Is de duivel dan nog zo machtig, dat die je terug kan halen in zijn koninkrijk?
Nee! Gelukkig niet. Maar waarom gebeurt het dan? Waarom is er die dreigende aanval?
We kunnen het antwoord vinden in Exodus 13 en 14.
Want wat er met het volk Israël gebeurde, had niet alleen voor hen betekenis, maar ook voor ons.


1 Korinthiers 10:6a

"Deze gebeurtenissen zijn ons ten voorbeeld geschied...."

God heeft heel bewust die aanval van de Farao goed gevonden.
Hij heeft zelfs het hart van de Farao verhard, zodat die Israël zou achtervolgen.


Exodus 14:1-4a

"De Here sprak tot Mozes: zeg tot de Israëlieten, dat zij teruggaan en zich legeren voor Pi-Hachirot, tussen Migdol en de zee; recht tegenover Baäl-Sefon zult gij u legeren, aan de zee.
Dan zal Farao van de Israëlieten denken: zij zijn in het land verdwaald, de woestijn heeft hun de weg versperd. En Ik zal het hart van de Farao verharden, zodat hij hen achtervolgt."

Was het dan Gods bedoeling, dat de Israëlieten al direct in een strijd verwikkeld zouden raken?
Nee, dat was Gods bedoeling niet. Anders had God hen wel naar het land van de Filistijnen geleid. En dat deed Hij juist niet.


Exodus 13:17-18a

"Toen Farao het volk had laten gaan, leidde God hen niet op de weg naar het land der Filistijnen, hoewel deze de naaste was; want God zeide: Het volk mocht eens berouw krijgen, wanneer zij in strijd gewikkeld werden, en naar Egypte
terugkeren. Daarom liet God het volk zwenken, de woestijnweg op naar de Schelfzee."

Het ging er God dus niet om, dat Hij de Israëlieten wilde leren strijden, toen Hij Farao's hart verharde, zodat die achter Israël aanjoeg.
Waarom wilde God dan dat Israël achtervolgd werd door de Egyptenaren?
God had daarmee een tweeledig doel voor ogen:
1. Hij wilde Zich aan Farao en zijn legermacht verheerlijken,
zodat zij zouden weten dat Hij de Here is.
2. Hij wilde de Israëlieten laten zien op Wie zij hun vertrouwen moesten stellen. Hij wilde hen leren niet te vrezen en
de problemen aan Hem over te laten.


Exodus 14:4

"En Ik zal het hart van Farao verharden, zodat hij hen achtervolgt. Dan zal Ik Mij aan Farao en aan zijn hele legermacht verheerlijken, en de Egyptenaren zullen weten, dat Ik de Here ben."


Exodus 14:10-14

"Toen Farao naderbij gekomen was, sloegen de Israëlieten hun ogen op, en zie, de Egyptenaren rukten achter hen aan. Toen werden de Israëlieten bevreesd en schreeuwden tot de Here, en zij zeiden tot Mozes: Waren er soms geen graven in Egypte, dat gij ons hebt meegenomen in de woestijn? Wat hebt gij ons aangedaan door ons uit Egypte te leiden? Hebben wij u dit al niet gezegd in Egypte: laat ons met rust en laten wij de Egyptenaren dienen. Want wij kunnen beter de Egyptenaren dienen dan in de woestijn te sterven.
Maar Mozes zeide tot het volk: Vreest niet, houdt stand, dan zult gij de verlossing des Heren zien, die Hij u heden bereiden zal; want de Egyptenaren, die gij heden gezien hebt, zult gij nimmermeer zien. De Here zal voor u strijden, en gij zult stil zijn."

Wat was dat toen geweldig! Maar wat is dit ook als voorbeeld geweldig!
Want, zoals gezegd: het is ons tot voorbeeld geschied.

Als we pas tot de Heer gekomen zijn, pas uit 'Egypte' getrokken zijn, dan zal de duivel ons ongetwijfelt proberen met alle hem ter beschikking staande middelen terug te halen naar zijn koninkrijk.
God verhindert dit niet. Het is zelfs zo, dat de Here het hart van de Farao verhardde zodat die achter de Israëlieten aanging. De duivel is reeds zo verhard dat die geen verharding, door de Heer bewerkt, meer nodig heeft om de achtervolging in te zetten.
Maar voor elke pas bekeerde christen geldt: "Vreest niet, houdt stand, dan zult gij de verlossing des Heren zien, die Hij u heden bereiden zal; want de Egyptenaren, die gij heden gezien hebt (die machten die je proberen terug te trekken naar je oude leven), zult gij nimmermeer zien. De Here zal voor u strijden, en gij zult stil zijn."

Met nadruk wil ik er op wijzen, dat dit een boodschap is aan de pasbekeerden.
Het is niet zo, dat het leven van een christen verder over rozen gaat en er geen strijd meer te voeren is.
Israël raakte ook in strijd verwikkeld in de woestijn en later ook in het beloofde land. Maar ook daar is het de Heer die voor de oplossingen zorgt en zegt: Vreest niet!

Over die strijd is nog veel te zeggen, maar dit zou ons te ver van ons onderwerp voeren.
We zullen nu weer verder gaan met de behandeling van de feesten.
Het volgende feest is het WEKENFEEST.

 

Exodus 20:8-11

8 Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt; 9 zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; 10 maar de zevende dag is de sabbat van de Here, uw God; dan zult gij geen werk doen, gij noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch de vreemdeling die in uw steden woont. 11 Want in zes dagen heeft de Here de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte op de zevende dag; daarom zegende de Here de sabbatdag en heiligde die.

Exodus 13:4; 23:15; 34:18

4 Heden trekt gij uit, in de maand Abib. (Exodus 13:4, NBG).

15 Het feest der ongezuurde broden zult gij onderhouden; zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten, zoals Ik u geboden heb, op de bepaalde tijd van de maand Abib, want daarin zijt gij uit Egypte getrokken; maar men zal niet met ledige handen voor mijn aangezicht verschijnen. (Exodus 23:15, NBG).

18 Het feest der ongezuurde broden zult gij onderhouden: zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten, gelijk Ik u geboden heb, op de bepaalde tijd van de maand Abib, want in de maand Abib zijt gij uit Egypte getrokken. (Exodus 34:18, NBG).